Barnabas heeft een bezoek gebracht aan geadresseerden dat alle verwachtingen te boven ging wat hem betreft. [Barn. 1:3]. Hij ervoer dat groot geloof en liefde in hen was, en hoop op het eeuwige leven. [Barn. 1:4] Barnabas is van mening dat hij alleen aan hun kennis [gnosis] iets moet toevoegen. Dat hangt vooral samen, zal blijken, met hoe de wetten van Mozes en de profeten het christelijk geloof bevestigen, en dat de Joden die het christelijk geloof verwerpen, het dus geheel verkeerd hebben. Barnabas spreekt over zijn eigen tijd als ‘kwaad’ en dat de duivel de macht heeft. [Barn 2:1] Aangezien de brief vooral een verweer tegen Joodse kritiek is, zou het wel eens kunnen zijn dat Barnabas in die Joden het grote kwaad van zijn tijd ziet. Het zou vreemd zijn hier anti-semitisme in te zien, want Barnabas en de meesten mensen aan wie hij schrijft zijn zelf van Joodse afkomst.
De 'brief' heeft de vorm van een brief door zijn inleiding en slot, maar lijkt toch meer op een traktaat, aldus Michael Holmes. [1]
Voetnoten
[1] Michael Holmes, The Apostolic Fathers (Grand Rapids, 1992, 2007), p. 370.
maandag 8 februari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten